Door water en wind
Is er storm op komst? Dan nemen de bedrijven in de haven heel wat maatregelen voor veilig werk. Want zelfs in deze moderne tijden van radartechnologie, GPS en straffe scheepsbouwers is de scheepvaart afhankelijk van weer en wind. Een overzicht van enkele maatregelen om het komen en gaan van schepen en het laden en lossen van goederen zo veilig mogelijk te laten verlopen bij zwaar weer.
Monitoren van het weer voor de scheepvaart
Afdeling Kust van het agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK) zorgt in nauwe samenwerking met het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) voor weersvoorspellingen op de Noordzee en de vaargeulen. Vier keer per dag sturen zij een zeer gedetailleerd weerbericht uit. Op basis van dat weerbericht en plaatselijke waarnemingen stuurt de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit (GNA) en de verkeersleiding in de haven in Antwerpen (ACC) en Zeebrugge (ZCC) het scheepvaartverkeer bij. Hiervoor overlegt de GNA ook met het Vlaamse en het Nederlandse Loodswezen om te bepalen wat de meest gunstige veiligheidsmaatregelen zijn.
Soms zijn de golven te hoog en kan de loods niet veilig aan boord om de kapitein te adviseren bij het navigeren of niet veilig van boord na het beëindigen van de zeereis aan de loodskotter. "Dan begeleidt de loods wel eens het schip op afstand. Dit kan alleen voor aankomende schepen en hangt af van een aantal parameters zoals scheepsafmetingen en diepgang. Helaas is dat niet mogelijk voor elk schip."
Grote schepen vangen veel wind. Komt er hevige wind uit een bepaalde richting? Dan plant de verkeersleiding samenspraak met de scheepsagent, een schip wel eens tijdelijk naar een andere ligplaats, bijvoorbeeld naar de andere kant van een dok, zodat het afwaait naar de kade in plaats van ervan weg.
Bij dichte mist, te sterke wind, te hoge golven of ander zwaar weer kan veilige scheepvaart in het gedrang komen. Enkel in extreme gevallen legt de GNA het scheepvaartverkeer preventief stil.
Hoe goed we het weer ook altijd in de gaten houden: het blijft soms onvoorspelbaar. Zo is zeer lokaal onweer in de zomer erg moeilijk te in te schatten.
Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit (GNA)
De Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit (GNA) is een samenwerking tussen de Vlaamse en de Nederlandse overheid. Hun opdracht is om toe te zien op vlot en veilig scheepvaartverkeer in het Scheldegebied, over de grenzen heen.
Extra lijncontroles van aangemeerde schepen
Wanneer een schip aanmeert, leggen de matrozen en bootmannen het stevig vast aan de kade. Het is de verantwoordelijkheid van de kapitein dat zijn of haar schip tegen de kant blijft. Toch doen de Port Authority Field Officers bij stormweer extra lijncontroles om er zeker van te zijn dat de schepen veilig vastliggen. Bij een correct aangemeerd schip staat elk touw mooi gespannen. Hangt een meerlijn er slapjes bij? Dan verwittigt de Port Authority Field Officer de bemanning van het schip en helpen de bootmannen aan wal om de lijn strakker te zetten.
Afhankelijk van de situatie leggen de bootmannen de schepen op andere manier vast. Dit kan door het aantal meerlijnen te verdubbelen bijvoorbeeld. Er worden soms extra lijnen opgelegd en belegd en in functie van de windrichting worden er soms bijkomend breastlijnen ( dwars op de kaai) gezet. Dan hebben de lijnen meer trekkracht. Soms plaatsen ze mobiele lieren op de kade om met extra touwen het schip nog beter tegen te houden. Mobiele lieren zijn de hydraulische zuigers, die automatische steeds op spanning worden gehouden vanop de wal.
Stormhaken aan bruggen
Bij sterke wind leggen we de bruggen in de haven extra vast met stormhaken die de brug stevig tegen de grond houden. Eén stormhaak weegt wel tot 1,3 ton. Zo kan het verkeer over de weg veilig blijven passeren over de brug.
Zwaailampen waarschuwen medewerkers op de kaaien
Het kan op de ene plek stevig waaien, terwijl er nog geen kilometer verder heel wat minder wind staat. Daarom werken terminals met hun eigen centraal windmeetsysteem of een windmeetsysteem op de laad- en loskranen. In beide gevallen verwittigt een zwaailamp de mensen die in de buurt aan het werk zijn als de wind te krachtig is.
De kleur van het flitslicht bepaalt welke acties de havenarbeiders moeten nemen. Die gaan van wegblijven uit de zone onder de kranen tot het vastleggen en vergrendelen van containerkranen. De witte zwaailamp bijvoorbeeld waarschuwt voor een enorme sterke wind van ongeveer 11 Beaufort. Dan stoppen alle laad- en losoperaties.
Elke terminal werkt met andere types machines en andere goederen. Daarom hebben terminals wel eens verschillende voorschriften en afspraken voor de havenarbeiders bij stormweer.
Containers
Eén enkele lege container die op twee lagen containers staat, vangt veel wind. Daarom stapelen containerterminals lege containers in blokken of op een bepaalde manier waardoor ze minder gemakkelijk omwaaien.
Tankers stoppen met laden en lossen
Tankers met chemische producten of LNG staken het laden en lossen van hun product bij de minste kans op bliksem. Dat ligt voor de hand: zou de bliksem inslaan, dan kan dit een explosie veroorzaken.
En wat na de storm?
Van zodra de weersomstandigheden het terug toelaten, kan het scheepvaartverkeer stelselmatig opnieuw opstarten. Als eerste vertrekken de schepen die wegvaren uit de haven. Op die manier komen de ligplaatsen vrij voor schepen die naar de haven komen. Deze puzzel legt de verkeersleiding van de havens onder toezicht van de GNA. Eigenlijk is het na de storm altijd drukker dan tijdens, want dan moeten er extra veel schepen bediend worden.
Blijf op de hoogte van alles wat reilt en zeilt in de haven
Ontvang je nieuwe artikels graag in je mailbox? Schrijf dan in op de 'Thuishaven' nieuwsbrief. Zo blijf je ook op de hoogte van alle events en activiteiten.