Oslo Declaration ondertekend: 5 beleidsvragen rond CCUS

Om het belang van de samenwerking met Noorwegen te benadrukken, stond een Belgische economische missie op de agenda. Port of Antwerp-Bruges en Fluxys, die samenwerken in het c-grid consortium, grepen dat moment aan om met de Oslo Declaration aandacht te vragen voor de uitdagingen rond het decarboniseren van de industrie, zonder daarbij de competitiviteit te verliezen. 

Port of Antwerp-Bruges speelt een belangrijke rol binnen de CCUS-keten en heeft daarvoor verschillende projecten op de planning staan.

• In Antwerpen wordt gewerkt aan het Antwerp@C-project. Van daaruit moet afgevangen CO₂ getransporteerd worden naar ‘sinks’ om het daar in lege gasvelden op te slaan. 
• In Zeebrugge bouwt Fluxys nieuwe CO₂-compressoren om van daaruit afgevangen CO₂ via onderzeese pijpleidingen naar opslagplaatsen in de Noordzee te transporteren. 
• Om afgevangen CO₂ in Zeebrugge te krijgen, stapte Port of Antwerp-Bruges via het dochterbedrijf Pipelink mee in Fluxys c-grid. Dat pijpleidingennetwerk zal de afgevangen CO₂ van de Belgische en Europese industrie naar de exitlocaties zoals Antwerpen en Zeebrugge brengen. 

Met de Oslo Declaration wil de industrie vijf cruciale beleidsvragen op de agenda van de Belgische beleidsmakers zetten. De timing, vlak na de verkiezingen wanneer de regeerakkoorden geschreven worden, was daarvoor ideaal. 

1. Intra-Belgian Industrial Deal

   Hoewel CO₂ een regionale bevoegdheid is, vraagt de industrie om binnen België de wetgeving op elkaar af te stemmen. Een concreet voorbeeld daarvan zijn de specificaties van de zuiverheid van CO₂ die door de pijpleidingen getransporteerd worden. 

    

2. A New Spirit of Law-making

   De wetgeving moet bedrijven flexibiliteit bieden om hun eigen weg naar vergroening te kiezen, zonder overregulering die het proces onnodig ingewikkeld maakt.

    

3. De-risking Mechanisms to Support Early Movers in the CCUS Value Chain

   Aangezien er voor CCUS momenteel nog geen winstgevende business case is, is tijdelijke financiële ondersteuning door de overheid nodig. De industrie vraagt daarbij een tijdelijk mechanisme om de risico’s te dekken, tot de markt op punt staat. 

    

4. Role of Molecules in Future Energy System

   Het is belangrijk dat bedrijven de flexibiliteit behouden om te vergroenen. Daarom moet het beleid breed durven inzetten op verschillende nieuwe moleculen en niet voor één molecule kiezen. Zo zorgen we ervoor dat er voldoende energie en elektriciteit beschikbaar blijft in de komende jaren.

    

5. North Sea Cooperation

   België moet kunnen samenwerken met landen in de Noordzee die buiten de EU vallen, zoals het Verenigd Koninkrijk, dat over grote CO₂-opslagcapaciteit beschikt. Harmonisatie van beleid en het in stand houden hiervan, bijvoorbeeld rond specificaties, is hierbij essentieel.