- zijkanten: retroreflecterende wit-rode of geel-rode pijlen die wijzen naar de voorkant van het voertuig; de pijlen bedekken tenminste een oppervlakte van 1 m breed en 30 cm hoog
- op het dak: tenminste 2 geel-oranje zwaai- of knipperlichten die rondom zichtbaar moeten zijn
- achteraan: een lichtbalk met oranje waarschuwingspijlen (enkel indien het assistentievoertuig ingezet wordt achter de te assisteren havenvoertuigen)
Algemeen beeld (noot: de gele kleur is facultatief!):